Visueel geheugen speelt een cruciale rol in het leven van ieder mens. Het herkennen van het gezicht van een bekend persoon in een menigte, het bereiken van het gewenste adres zonder een kaart te controleren, of het onmiddellijk bepalen van de gewenste kleur/patroon - dit alles kan worden gedaan door visuele beelden die in het geheugen worden afgedrukt.
Ze kunnen worden vergeleken met foto's, die altijd in het hoofd worden opgeslagen en ons door vergelijking helpen bij het navigeren door de omringende ruimte. Het visuele geheugen wordt niet voor niets ‘fotografisch’ genoemd.
Visueel geheugen
Wetenschappelijke definitie
Volgens de officiële definitie is visueel geheugen het onthouden van informatie die wordt waargenomen door de gezichtsorganen. Alternatieve namen voor dit fenomeen zijn visueel en fotografisch geheugen.
80% van de mensen leert visueel: zij onthouden visuele informatie het beste, in plaats van auditieve, tactiele, reuk- en smaakinformatie. Hierin verschilt de mens fundamenteel van de meeste dieren, voor wie de reukorganen op de eerste plaats komen. Katten en honden navigeren bijvoorbeeld voornamelijk op basis van geur: ze herinneren zich geuren en hun combinaties net zo goed als wij ons visuele beelden herinneren.
De achterhoofdskwab van de hersenen is verantwoordelijk voor het visuele geheugen. Wanneer iemand gewond raakt, kan iemand het vermogen verliezen om anderen te herkennen, wat in de psychologie mentale blindheid wordt genoemd.
Tijdens de normale werking van de hersenen krijgen de meeste visuele beelden automatisch een unieke naam. Als we bijvoorbeeld het gezicht van een bekende acteur zien, onthouden we zijn naam, momenten uit de films waarin hij speelde en andere gerelateerde informatie. Als de verbinding tussen verbale en visuele beelden wordt verbroken, kunnen we de namen van mensen en plaatsen waar we ze hebben ontmoet niet onthouden, hoewel we zeker weten dat ze ons bekend voorkomen.
Een typisch voorbeeld van hoe visueel geheugen werkt kan op verschillende punten worden beschreven:
- We zien het gezicht van een persoon en vergelijken dit onbewust met de hele verscheidenheid aan visuele beelden in het langetermijngeheugen.
- Als er een match wordt gevonden, herkennen we de persoon en onthouden we de informatie die aan hem gekoppeld is.
- Als er geen overeenkomsten zijn, wordt de persoon gekarakteriseerd als een vreemdeling.
Dit hele proces kan een fractie van een seconde duren: als een bekend persoon niet veranderd is sinds de laatste ontmoeting, vindt herkenning vrijwel onmiddellijk plaats. Naarmate we ouder worden en het centrale zenuwstelsel verslechtert, wordt het voor ons steeds moeilijker om bekende gezichten en voorwerpen te herkennen en te vergelijken. De redenen voor de verslechtering van het visuele geheugen kunnen ook hoofdletsel, ernstige stress en het gebruik van verschillende psychostimulantia zijn.
Geschiedenis van het onderzoek
In verschillende historische tijdperken werd het visuele geheugen beschreven als een mentaal proces, als een functie van de psyche en als een systeem van associaties. De eerste wetenschappelijke werken over dit onderwerp dateren uit de 17e eeuw, maar waren nogal chaotisch.
Pas in de 19e eeuw ontwikkelden Wolfgang Köhler en Kurt Gottschaldt een duidelijke Gestalt-theorie die het visuele geheugen beschrijft als een integraal systeem dat het onthouden, opslaan en reproduceren van de ontvangen visuele gegevens omvat.
De Gestalttheorie werd aan het begin van de 20e eeuw vervangen door de semantische theorie van Karl Buhler en Alfred Binet. Ze gaf prioriteit aan de betekenissen die zijn ingebed in bepaalde visuele beelden, die, afhankelijk van de semantische lading, beter of slechter worden onthouden in het menselijk geheugen.
Uiteindelijk werd in de tweede helft van de 20e eeuw een nieuw gezichtspunt voorgesteld: informatie-cybernetisch. Het maakte het mogelijk om het proces van het onthouden en reproduceren van afbeeldingen te evalueren in de vorm van algoritmen die vergelijkbaar zijn met die welke in de computertechnologie worden gebruikt.
Interessante feiten
- Hoe rijker de verbeelding, hoe beter het visuele geheugen. Het is gemakkelijker voor een persoon om te onthouden en mentaal te reproduceren wat hij zich kan voorstellen.
- Het geheugen van een persoon wordt gedurende het hele leven gevormd, maar de actieve ontwikkeling gaat door tot de leeftijd van 25 jaar. De eerste tekenen van geheugenverlies verschijnen in de meeste gevallen na 50 jaar.
- De potentiële hoeveelheid geheugen nadert volgens Amerikaanse wetenschappers een petabyte: duizend terabytes aan gegevens (ongeveer 217.872 dvd's). Tegelijkertijd worden slechte herinneringen eerst verdrongen en blijven prettige indrukken lang hangen - zo wordt de psyche beschermd tegen overbelasting.
- Met behulp van constante training leerde Samvel Gharibyan, tweevoudig Guinness Book of Records-houder, gedrukte teksten uit het hoofd leren. In 1990 stelde zijn uitstekende visuele geheugen hem in staat om 1000 willekeurige woorden uit vreemde talen foutloos te herhalen. In 2000 leerde deze bijzondere man 2000 Russische woorden uit zijn hoofd die qua betekenis niets met elkaar te maken hadden.
- In de loop van de tijd kunnen herinneringen vervormd raken, vervagen en overwoekerd worden door valse details. Bovendien kan een persoon worden geïmplanteerd met fictieve details en herinneringen aan fictieve gebeurtenissen.
Elke oefening die de aandacht ontwikkelt, zal nuttig zijn bij het ontwikkelen van visueel geheugen. De test is een van deze simulatoren met bewezen effectiviteit.